Je bent hier:

Peuteropvang bij het Mosterdzaadje

De peuteropvang is een voorschoolse voorziening voor kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Het doel van de peuteropvang is om kinderen te stimuleren in hun individuele ontwikkeling. Kinderen krijgen hier de gelegenheid om in groepsverband te spelen, leren en zich te ontwikkelen. Het aanbieden van voorschoolse educatie (VE) hoort daar ook bij. De peutergroep is vier dagdelen per week van 8.15 tot 12.15 uur. Kinderen van de dagopvang kunnen naar deze groep, maar ook nieuwe kinderen die nog niet de kinderopvang bezoeken zijn welkom.

De peuteropvang werkt met gekwalificeerde pedagogische medewerkers. De groep heeft een vaste groepsleiding, zodat het kind gewend raakt aan zijn of haar begeleider. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is hangt af van de aantallen kinderen die komen. We hanteren hierbij de Wet Kinderopvang. Daarnaast wordt er gewerkt met vaste oproepmedewerkers, vrijwilligers en zijn er soms stagiaires aanwezig.

Dagritme

Het dagritme dat wordt gecreëerd met de dagkaarten dient als leidraad voor de dag. Dreumesen en peuters hebben nog geen besef van tijd. Ze begrijpen niet wat het betekent als je zegt: ‘over 2 uur, vanmiddag etc. Met de dagkaarten geef je de kinderen een overzicht van de dag zonder dat ze daarvoor tijdbesef nodig hebben. Zo kun je duidelijk maken dat er de tweede helft van de ochtend een activiteit in het bos plaats vindt, doordat de kaart van het bos achter de kaart van fruit eten hangt. De dagkaarten zijn daardoor een houvast voor de kinderen.

VE-programma

Wij werken met de kinderen met het VE-programma: Kiki “Ontwikkelingsstimulering voor ieder kind”. Kiki is geschikt voor kleinschalige dagopvang om de ontwikkeling van kinderen bewust te stimuleren en de kinderen de gelegenheid te bieden zich te ontplooien. De ontwikkelingsgebieden die centraal staan bij KiKi kansen in kinderen:

  • Motorische ontwikkeling
    Onder motoriek wordt bewegen verstaan. Motorische ontwikkeling kun je dan omschrijven als ontwikkeling van bewegen en bewegingspatronen. Een kind moet in staat zijn het lichaam te bewegen, te gebruiken en voort te bewegen. Elk kind ontwikkelt zich op eigen tempo, maar elk kind maakt wel dezelfde ontwikkelingsstappen door.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling
    Sociaal omgeving is noodzakelijk voor een kind om te groeien en zich te ontwikkelen. Normaal gesproken leren kinderen van ongeveer dezelfde of iets oudere leeftijd veel van de omgang met elkaar. Ze delen ontwikkelingsniveau en interesses. Daarnaast kan een kind dat een stapje verder is een voorbeeld zijn voor de andere kinderen.
  • Spraak- en taalontwikkeling
    Goed leren praten begint al in de wieg. Een kind begint met natuurlijke gebaren en klanken. Na enkele maanden begint het al een woordje te zeggen. Kinderen moeten nog veel leren over taal en het gebruik van taal. Je hebt jaren nodig om al doende te ontwikkelen en te verbeteren gespreksvaardigheden, grammatica, woordenschat en het vermogen om taal als denk instrument te gebruiken hebben jaren nodig om te ontwikkelen en te verbeteren.
  • Rekenprikkels
    Onder rekenprikkels verstaan we leren ordenen, meten en rekenen. In de alledaagse praktijk doen zich voortdurend kansen voor waarbij jonge kinderen vaak al bezig zijn met rekenen en meten. Mijn papa is heel groot, het blokje past niet, Past kiki in het bedje? Thema’s praktische rekenactiviteiten aangereikt om de reken- en wiskunde ontwikkeling te stimuleren.

Zie voor meer informatie de pagina VE.

Overdracht naar de basisschool

Als de peuter vier jaar is geworden wordt er een overdrachtsformulier gemaakt voor de basisschool. De bevindingen worden besproken met de ouders in een eind gesprek. Het is aan de ouders vrij om dit aan de bassischool te geven. Als ouders dit op prijs stellen kan er ook een gesprek plaatsvinden tussen de pedagogische medewerker en de leerkracht van het basisonderwijs van het kind.